ZINGEN MET GEVOEL (vocalisten.nl)

We doen het de hele dag: Onze stem koppelen aan ons gevoel. We doen dat ook al ons hele leven: Een hongerige baby klinkt immers volkomen anders dan een tevreden zuigeling. Gek eigenlijk dat we, ondanks deze jarenlange ervaring, ‘zingen met gevoel’ toch vaak zo’n uitdaging vinden.

Op het conservatorium waar techniek, theorie, geschiedenis en improvisatie hoog op de agenda stonden, was dat gevoelige aspect een ietwat ondergeschoven kindje. In de zangles werkten we wel aan fraseren, hoe je de tekst op de muziek plaatst, maar wat je diepe gevoelens erbij waren kwam veel minder aan bod.

Waar dat wel het geval was, was in de ‘theater-lessen’ van Guuske Kotte. Guuske was een strenge, directe, glasheldere ietwat oudere actrice die wist wat ze deed en wat ze wilde. Er werd ‘afgepeld’, ‘weggelaten’, naar binnen gekeken, geïnterpreteerd en gehuild zo nu en dan. Je kon levenloos op een stoel zitten en de tekst nauwelijks hoorbaar mompelen en dan nog riep Guuske: “Stop maar, je doet veel te veel!”. Ik zelf was in die tijd vrij onzeker en bang om naar binnen te kijken maar ik heb de theater-lessen als de meest leerzame van de opleiding ervaren. Ik heb met name leren herkennen wanneer gevoelens echt zijn en wanneer gespeeld.

Na mijn opleiding volgde ik een tijd haptonomie. En hoewel ik daar nooit gezongen heb, bracht het me wel meer in contact met mijn lichaam. Waar zit angst in je lijf, welke energie heeft woede en wat doet blijdschap met je lichaam? Als je emoties beter herkent kun je ze ook bewuster gebruiken.

Ook las ik “De kunst van het zingen”, een boek van zangeres Olga Averino waar ze spreekt over ‘de impuls’ van het zingen. Zelf zou ik het eerder de ‘energie’ of de ‘intentie’ noemen maar ik vond het een verhelderende kijk.

En zo gaat dat: Zo sprokkel je als zangeres en zangdocent je kennis en ervaringen bij elkaar om vervolgens je eigen visie en methodes te ontwikkelen en ze over te dragen aan je leerlingen. Techniek is oneindig boeiend maar lessen waarin ‘interpretatie’ aan bod komen zijn uiteindelijk het meest inspirerend. Èn verrassend want vaak blijken juist leerlingen waar je het niet van verwacht, rijk aan ervaringen en aan gevoelsleven te zijn.

Bij kinderen giet ik het onderwerp meestal in een wat speelser vorm. Zo laat ik ze bijvoorbeeld met hun ogen dicht raden met welke emotie ik zing of anders om: de kinderen zingen en juf moet raden. Ze zijn er dol op.

Zo ook Elvie, een creatief, origineel doch gevoelig meisje van zeven. Nadat ik de beurt heb genomen roept ze enthousiast: “Nou ik, nou wil ik!”. Ze doet vervolgens haar oogjes dicht, concentreert zich hard en zingt vol overgave met een prachtige luchtige warme klank. Ik ben er even stil van. “Ik denk dat het ‘houden van’ is”, opper ik na enige afwegingen. “Fout”, zegt ze beslist. “Misschien verliefd?” “Ook niet”, antwoordt Elvie met een tevreden snoetje. “Verdriet?”. Ze schudt beslist met haar hoofd. “Teleurstelling?”, “Bang?”, “Boos?”, “Zenuwachtig?”, “Geïrriteerd?”, “Vrolijk?”, “Blij?”. “Allemaal niet”, zegt ze onverbiddelijk. “Ik geef het op”, zucht ik, “ik weet ècht niet met welk gevoel je hebt gezongen”. “Oh, jùffrouw” zegt Elvie schaterlachend. Ze kijkt me nog even triomfantelijk aan, loopt vervolgens naar het bord, pakt een krijtje en schrijft: Mama gevoel. 

Ik kan niet anders concluderen dan dat sommige mensenkinderen de lessen van Guuske, noch de haptonomie of welk boek dan ook nodig hebben om te kunnen zingen met gevoel…