De moeder van Emmy heeft kennissen met een professionele studio en in de vakantie mag haar dochtertje er een liedje op nemen. Hartstikke leuk en leerzaam natuurlijk, er is alleen een probleem: Juist bij het gekozen liedje voor de opname heeft Emmy problemen met op tijd in vallen. Nou moet ik zeggen dat de telling ook wat onlogisch en onduidelijk is, maar zonder juf erbij is dat wel een dilemma.
“Weet je wat”, zeg ik tegen haar moeder, “ik besteed vandaag een les speciaal aan het tellen van maten en waarschijnlijk zal het haar dan wel lukken”. Ik klink eerlijk gezegd wat zekerder dan ik me voel over het te behalen succes want het is best een klus om een 7-jarige een gedegen maat-gevoel bij te brengen.
Eerst klappen we mee met de verschillende liedjes die ze dit jaar gezongen heeft.
Vervolgens probeer ik haar het gevoel van tellen van de maten te geven. Samen tellen we hardop: “1, 2, 3, 4, 1, 2, 3, 4……”
Als dat lukt rekenen we uit hoe lang ze moet wachten tot ze bij het desbetreffende liedje moet beginnen: 3-en-een-halve maat.
We beginnen twee keer samen maar dan moet ze het alleen proberen. Het is inmiddels een paar minuten voor tijd dus het is ‘erop of eronder’.
Ik zet de muziek aan en kijk gespannen naar Emmy. Achter haar zie ik haar moeder in stilte mee tellen.
Emmy spits haar oren, wacht wat onzeker maar dan op precies het goede moment begint ze te zingen.
“Goed zo”, roep ik, “wat heb jij knap geteld zeg!”. Ook haar moeder haalt opgelucht adem.
Tot mijn verbazing kijkt Emmy in plaats van blij, schuldbewust naar de grond. “Ben je niet trots op jezelf?”, vraag ik.
“Nou”, zegt ze ongemakkelijk, “je kunt in plaats van tellen ook gewoon wachten tot je moet beginnen”